De blauwe schicht
Heel Nederland lijkt wel in de ban van de ijsvogel (Alcedo atthis). Regelmatig verschijnen er foto’s op Facebook en Instagram. Niet verwonderlijk, want het is ook een prachtig mooi vogeltje. Ik kan daarbij natuurlijk niet achterblijven. En het is een vogeltje dat – gelukkig – dit jaar veel te zien is. Dat is ook wel eens anders geweest.
Koningsvisser
De ijsvogel kun je het hele jaar zien in Nederland. Als je geluk hebt tenminste, want vaker hoor je de schelle, hoge alarmroep en is de vogel alweer gevlogen. Snel kijken naar het oppervlak van het water en je vangt met een beetje geluk nog net een glimp op van zijn felblauwe rug. Een echte blauwe schicht zoals hij over het water scheert. De populatie van ijsvogels is de laatste jaren weer aan het groeien, na enkele jaren van afname. Dat heeft te maken met de winters. Want hoewel zijn naam anders doet vermoeden, heeft het kleine drukteschoppertje een broertje dood aan vorst en ijs. Hij is namelijk afhankelijk van het vangen van visjes en bij strenge vorst, als zijn visstekjes dichtgevroren zijn, leggen hij en zijn soortgenootjes al snel het loodje. Zijn Franse en Engelse naam zijn wat dat betreft beter uitgekozen: respectievelijk Martin-pêcheur en Common Kingfisher. Ook de Latijnse naam Alcedo die Linnaeus bedacht voor het vogeltje verwijst naar zijn voorkeursvoedsel, want die betekent letterlijk “koningsvisser”.
IJzeren vogel
Waarom dan ijsvogel? Onze Germaanse voorouders noemden hem “Eisenvogel” ofwel “ijzeren vogel”. Dit had de vogel te danken aan de metaalblauwe rug deed hen denken aan de ijzeren sieraden uit die tijd. Hoewel, door veranderende technieken, de kleur van ijzer van het blauwe veranderde naar zilverachtig, bleef de vogel zijn naam houden, al werd het in de loop der eeuwen verkort naar Eisvogel. Omdat de ijsvogels in de winter vaak aan de rand van een wak zitten te vissen in een verwoede poging om de vorst te overleven. Zowel de Duitse naam Eisvogel als onze naam ijsvogel hebben dus beiden hun oorsprong in het Oergermaanse “Eisenvogel”.
Drie broedsels
In een strenge winter kan de populatie ijsvogels wel met 75% afnemen. In 2012 waren er door de strenge winters nog maar een goede honderd broedparen over in ons land (bron: NRC). En dat terwijl er in 2008 nog ruim 1000 paartjes waren. De afgelopen kwakkelwinters zorgden er voor dat het vogeltje weer uit dit dal kon opkrabbelen. Dat en het feit dat een ijsvogel in een goed jaar wel drie broedsels kan hebben met vier tot soms wel tien eieren. Zoals vaak bij grotere legsels overleven niet alle kuikens het tot volwassene, maar drie succesvolle broedsels met een overleving van vier kuikens betekent in een broedjaar voor een paartje ijsvogels toch weer een toename van 12 van die prachtige beestjes. Die vervolgens wel het territorium van pa en ma uitgejaagd worden om zelf een stekkie te gaan zoeken. Het aantal broedparen lijkt nu weer rond of misschien wel boven het aantal van 1000 te liggen.
IJsvogelwand
Zolang ik me bezig hou met de vogelhobby ken ik de ijsvogel. Logisch, want hij spreekt ook enorm tot de verbeelding. Dat wil niet zeggen dat ik hem al die jaren ook veelvuldig gespot heb, integendeel. Maar af en toe kwam ik er wel eens eentje tegen. Ik herinner me onder andere een vennetje bij de Veluwezoom, waar we iedere keer als we daar wandelden wel een wegvliegende ijsvogel zagen. Of op vakantie in Frankrijk in een oude watermolen. Dat was echt genieten om ’s ochtends vroeg met een bakkie koffie buiten onder de veranda te gaan zitten en te genieten van de ijsvogeltjes die over het meertje over en weer vlogen. Toen we naar Tjuchem verhuisden zag ik er ook wel eens eentje bij het Afwateringskanaal of in een sloot bij een boerderij hier vlakbij. Ook in ons Dorpsrandpark ’t Kooilaand liet hij zich af en toe zien. Toen een paar jaar geleden het Waterschap besloot dat er een nieuwe sloot door het bosperceeltje achter ons huis gegraven moest worden omdat de oude sloot bij het kanaal gedempt werd, heb ik meteen aangegeven om van vrijkomende boomstobben een ijsvogelwand te maken.
En nu maar afwachten
In augustus 2015 is deze sloot inclusief de wand gerealiseerd. Vrijwel meteen werden er ijsvogels gezien, soms wel drie. Mijn wens werd dus vervuld. Het mannetje bleef de gehele winter in de buurt en in het volgend voorjaar waren er ook regelmatig twee te zien. Het mannetje was al druk bezig een nestgang te maken in de ijsvogelwand. Tot ze eind april plots verdwenen waren. Eind juli keerde het mannetje gelukkig terug, af en toe vergezeld van een vrouwtje. Mannetjes en vrouwtjes hebben beiden een eigen territorium. Eind van het jaar zoeken ze elkaar op, maar houden ze het territorium. Pas in het voorjaar komt het tot een keuze waar ze gaan broeden. De keuze zal dit jaar dus niet op de Tjuchster ijsvogelwand gevallen zijn. Wie weet een volgende keer. Maar ik ben al heel blij, ik zie nu immers vrijwel dagelijks dit prachtige vogeltje. Sterker nog, hij heeft zich al een paar keer in onze achtertuin vertoond. Dat had ik nooit durven dromen. Zowel de foto’s als het filmpje heb ik onlangs gemaakt bij de ijsvogelwand achter ons huis.
Bron:
Wat een mooi vogeltje he. In de
Biesbosch zie ik er altijd 1als ik mijn rondje loop. Helaas nog geen foto hij is vlugger dan ik.
Ja heerlijk om te lezen. Heb er 2 keer gezien, eentje was zo snel dat alleen de blauwe kleur me er van deed verzekeren dat het een ijsvogeltje was geweest. De 2 keer vlogen ze vanonder een brug waar ik opstond te kijken naar het water van het riviertje, ze kwamen er zo snel vanonder gevlogen en net zo snel weer weg dat ik besefte door de blauwe kleur dat het weer ijsvogels waren geweest.
Pingback: Bidden voor het eten - Mijn blogje
Prachtig!
Wat een kleurenfestijn!
Wat een prachtige foto’s en wat leuk om naast een mooi verhaaltje ook weer van te kunnen leren!
Wat toch een prachtig on Nederlands vogeltje als je kijkt naar zijn gedrag en zijn kleuren ! Genieten. Dank Theo voor het meenemen in de wereld van dit wondertje.