Waarom vuurwerk gevaarlijk is…

De wijze lessen van een elfjarige

Ik heb het nooit zo hoog op gehad met vuurwerk. Vroeger, in mijn jeugdige jaren, kocht ik nog wel eens wat knalvuurwerk bij Henk Tiet op de Kaai in Sas van Gent. Maar dat waren hooguit een paar pakjes met rotjes (van die rode) en een paar kanonslagen. En natuurlijk ook een paar ritsen, dat waren van die hele kleine rotjes aan elkaar, zo’n duizendklapper. Het assortiment bij Henk bestond verder hooguit uit gillende keukenmeiden en wat vuurpijlen. Man, wat was dat heftig vuurwerk, die kanonslagen. Zulke knallen, de ruiten stonden te trillen in hun sponningen en in de wijde omgeving liepen mensen gehoorbeschadiging op! Op de dagen voorafgaand aan de jaarwisseling liepen we met een groepje wat verveeld het vuurwerk af te steken. En wat nog over was, werd na middernacht afgestoken. Maar zoals ik al aangaf, ik had nooit veel vuurwerk. Ik denk dat ik het hooguit een jaar of twee-drie gekocht heb. Toen vond ik het al een geldverspillend en milieuvervuilend gebeuren en nog steeds. Het kan ook mooi zijn hé, dat hoor je mij niet zeggen. Een mooie vuurwerkshow, zoals ze bijvoorbeeld ieder jaar in London doen, is prachtig. Maar gebruik door particulieren, en zeker door al het illegale spul, veroorzaakt een hoop ellende en kost de maatschappij heel veel geld. Het is dan ook verbazingwekkend dat tijdens de afgelopen recessie, die volgens de ingewijden nu wel zo’n beetje voorbij is, de uitgaven voor vuurwerk nauwelijks gedaald zijn. Dan moet je als vuurwerkkoper wat mij betreft ook niet zeuren dat je het door de recessie zo slecht hebt.

 

Gevoelstemperatuur van zeker -15 graden Celsius

Toen ik in 1990 bij de brandweer ging werd eens te meer duidelijk welke ellende vuurwerk kan veroorzaken. Nu viel dat op Westdorpe nog mee, alhoewel ik tijdens mijn eerste jaarwisseling als vrijwillig brandweerman om tien over twaalf een uitruk had van een brandend schuurtje. De jaren die er op volgden gingen de jaarwisselingen in Westdorpe geruisloos voorbij. In Sas van Gent viel het ook nog best mee, bijna geen uitrukken met de jaarwisseling. Al zal ik nooit de nacht van 1996 op 1997 vergeten toen we een paar uur aan de kade bij het Kanaaleiland in Sluiskil hebben gestaan in verband met een brand op een sloopschip. Een heftige oostenwind, de open vlakte langs het kanaal en de ijzige kou gaf een gevoelstemperatuur van zeker -15 graden Celsius. Alles was bevroren: slangen, lichtmast, vingers en nog veel meer. Ook hier bleven de verdere jaarwisselingen verder erg rustig.

Maar toen we naar Beuningen verhuisden maakten we een heel andere jaarwisseling mee. Zo relatief rustig het in onze ogen altijd was, zo’n herrie was het daar. De knallen van de kanonsslagen uit mijn jeugd verbleekten bij de herrie wat het vuurwerk daar produceerde. Veelal illegaal geïmporteerd uit Duitsland en de grenzen van het toelaatbare, en het fatsoen, ver overschrijdend. Man, het leek wel een oorlogsgebied. Tijdens de jaarwisseling had altijd een groep van zes personen uitrukdienst en ik heb dat een paar jaar gedaan. Soms begonnen de alarmering al ruim voor middernacht, was het rond twaalf uur even rustig en daarna zette het zich voort. Een keer vierden we oud en nieuw bij een collega van de brandweer en we zaten beiden op de uitruk. Onze partners zaten dan in ieder geval niet alleen bij een alarmering. Nadat de collega ook wat vuurwerk had afgestoken voor zijn beide zoons, die dat prachtig vonden, kwam het eerste alarm van het nieuwe jaar. In zijn auto reden we door de wijk naar de kazerne. Met de auto baanden we ons een weg door de rokerige en knallende straten, van alle kanten werden we bestookt met vuurwerk, het een nog heftiger dan het ander. Eenmaal aangekomen op de kazerne mochten we met de tankautospuit naar de plaats des onheils. Daar was men blijkbaar niet zo blij met onze komst, want ook daar vloog het zware vuurwerk ons rond de oren. De politie kwam overigens ook altijd ter plaatse. Gelukkig waren we goed beschermd aangekleed, beter dan de politiemensen, maar als zo’n modern stuk vuurwerk vlakbij je tot ontploffing komt fluiten je oren drie dagen later nog. Ik ben blij dat er nooit gewonden zijn gevallen.

Toen we verhuisden naar Tjuchem, had dat twee voordelen. Ten eerste zat ik niet meer op de uitruk, dus altijd gewoon thuis met de jaarwisseling. Ten tweede was het gebruik van vuurwerk hier tot normale proporties gereduceerd. En het wordt met de jaren alleen maar minder. Waar in de eerste jaren nog wel eens bij twee of drie woningen in onze straat wat werd afgestoken, was het afgelopen keer helemaal stil. Ook in de rest van het dorp was het rustig. De jeugd was al de hele dag bezig geweest met carbidschieten op het sportveld, maar daar bleef het vrijwel bij. Daar heeft niemand last van en ze gedragen zich prima (behalve dan die idioot die afgelopen nacht om 1 uur knallend door het dorp liep en zonodig onze nachtrust moest verstoren). Maar voor de rest zijn het heerlijk rustige jaarwisselingen.

 

Wat kan vuurwerk veroorzaken?

Maar even terug naar Beuningen. Om de kinderen wat mee te geven over de gevaren van vuurwerk, was mijn voorganger bij de brandweer daar eind jaren negentig in samenwerking met de politie een vuurwerkles gestart en in 2000 nam ik dit stokje van hem over. Een beetje de voorloper van de vuurwerklessen zoals ze nu aangeboden worden. Doelgroep was groep 8 van de basisschool voor zeer moeilijk lerende kinderen. Er was bewust voor deze groep kinderen gekozen, want uit de praktijk bleek dat juist die kinderen erg makkelijk te beïnvloeden waren. Daarnaast was er nog een goede reden, aangezien een belangrijk deel van deze kinderen later in beroepen terecht komen waar met name met de handen gewerkt wordt. Een handicap als gevolg van verwondingen door vuurwerk zou ze dan snel uitschakelen voor het arbeidsproces. Het waren altijd leuke lessen, altijd samen met politieagente Anja, we vulden elkaar perfect aan. Na een korte introductie door Anja, waarbij ze steevast door de kinderen gevraagd werd om haar dienstwapen te laten zien, vertelden we een kort verhaal over vuurwerk. In de meeste gevallen kwamen we daar niet aan toe, want die wijsneuzen wisten veel meer over alle verschillende soorten vuurwerk te vertellen dan wij bij elkaar wisten. Of, zoals er eentje vertelde, ze hadden zelf thuis al een grote voorraad vuurwerk liggen, waaronder verboden strijkers en nitraatjes. Die had de buurman voor hun meegenomen. Anja wist genoeg, het adres van het jochie werd na de les even opgevraagd en de ouders en buurman met een bezoekje vereerd. Daarna verdeelden we de klas in vier groepjes en ieder groepje kreeg een opdracht. Allemaal gebaseerd op wat je niet meer kan doen als je gewond bent geraakt door vuurwerk. De ene groep met verwondingen aan de ogen, de volgende blijvende gehoorschade, de derde groep met het missen van vingers en de laatste mocht zich buigen over brandwonden. De kinderen gingen er ijverig mee aan de slag en de antwoorden werden, door sommigen met het puntje van de tong tussen de lippen, opgeschreven. Uiteraard liepen we tijdens deze exercitie tussen de groepjes door en discussieerden en hielpen waar nodig een handje mee. 

 

Rijden met een prothese

Na een kwartiertje mochten de groepjes vertellen wat ze allemaal bedacht hadden. Soms stelden we ook de vraag wat ze later wilden worden en welke invloed een verwonding door vuurwerk daarop zou kunnen hebben. Een van de jochies wou later vrachtwagenchauffeur worden. Zijn groepje had bedacht dat dat wel lastig zou kunnen worden bij het missen van meerdere vingers of zelfs een hele hand. Volgens zijn eigenwijsheid niet, je had immers protheses en daarmee kon je prima in een vrachtwagen rijden. Tja, tegen zoveel wijsheid kan geen voorlichting op. Anderen bedachten dat het niet meer kunnen horen wel erg vervelend is, omdat je dan geen muziek meer kunt luisteren en kunt dansen. Maar een groepje met uitsluitend meisjes had wel een hele goede verklaring om voorzichtiger om te gaan met vuurwerk. Zij moesten bedenken welke nare gevolgen brandwonden op je latere leven konden hebben. De meiden, al erg bewust bezig met hun uiterlijk en kleding, hadden een helder en duidelijk antwoord, waar niks tegenin te brengen was: “Als je brandwonden hebt, krijg je niet meer zo snel verkering”. Tegen zoveel wijsheid kan toch geen enkele SIRE-campagne op!

 

Ik wens jullie allen een plezierige, maar vooral veilige jaarwisseling toe en een leuk en gezond 2017!

 

Deze foto is niet van mijzelf, maar geleend van atlantisfoto / 123RF Stockfoto. Ik heb zelf geen vuurwerkfoto’s, want zoals ik al schreef: ik heb het niet zo op vuurwerk 🙂

Dit bericht heeft één reactie

  1. Ann Mieke

    weer een leerzaam stuk broer?

Geef een reactie