Wie schrijft …

Afgelopen week kreeg ik van een paar mensen een compliment over mijn website. Mensen waarvan ik niet wist dat ze mijn website bezochten. Dat is heel leuk natuurlijk, complimenten krijgen. Het is niet alleen goed voor je ego :-), maar geeft ook aan dat hij ook daadwerkelijk bezocht en gelezen wordt. Nu kan ik dat wel zien op de statistieken, maar daarin zie ik alleen de IP-adressen en die zeggen natuurlijk niet zo veel. Nu mijn site ruim een jaar in de lucht is, gaat er geen dag meer voorbij dat hij niet minimaal een keer bezocht wordt. Leuk om te zien.

 

Schrijven

Het gesprek met een van deze mensen ging op een gegeven moment over mijn manier van schrijven. Zij vond het erg toegankelijk en leuk leesbaar. En dat is natuurlijk ook mijn bedoeling. Geen hoogdravende literatuur of artikelen barstensvol taalfouten, maar gewoon leuke berichtjes met weetjes over de natuur en dingen die mij bezig houden. Het gesprek ging verder en ze vroeg of ik er ooit een schrijfcursus voor gevolgd had. Dat heb ik nooit gedaan. Maar toen ik er later  over nadacht, realiseerde ik me dat ik eigenlijk niet eens weet hoe het zo gekomen is dat ik graag teksten schrijf. Sterker nog, ik weet ook niet waar die liefde voor taal vandaan komt.

 

Boekenlijst

Wat ik in ieder geval wel weet is dat deze niet is aangewakkerd tijdens mijn schooltijd. Want op de lagere school noch op de Havo heb ik een voorkeur voor schrijven of lezen ontwikkeld. Sterker nog, mijn scores voor Nederlands waren op beide scholen nou niet echt geweldig. Lezen is ook nooit mijn liefhebberij geweest en nog steeds niet. De verplichte lijst voor het eindexamen met 30 boeken was voor mij een ware beproeving. Gelukkig waren er uittreksels en kon je daar een heel eind mee komen. Daarnaast nog wat makkelijk te verteren boeken gelezen, zoals De bende en De zoon van Jan de Lichte, beiden aan het brein ontsproten van Louis Paul Boon. Verder wat boeken van Jan Wolkers, Land achter Gods rug van A. den Doolaard en De zaak 40/61 van Mulisch. Dat zijn namen die me zo nog wel even te binnen schieten. Nou ja, voor iemand die voorheen alleen het oeuvre van Hotze de Roos had gelezen was dit toch heel wat. Overigens heb ik voor mijn eindexamen Havo toch een 7 weten binnen te slepen. Maar een lezer ben ik nooit geworden, de boeken die ik in de jaren daarna volledig uitgelezen heb zijn op twee handen te tellen.

 

Correspondent

In dagblad De Stem van 5 maart 1988 zag ik een advertentie staan voor een correspondent voor Westdorpe. Nu was ik destijds wel al creatief bezig, maar nog zeker niet zo met taal. Dus hoe het gekomen is weet ik niet, maar ik heb gesolliciteerd. Na een gesprekje met Rein van der Helm, teamleider van de redactie Zeeland, werd ik dus de lokale correspondent in mijn woonplaats. En daar bleef het niet bij, want na enkele jaren werd ik ook correspondent voor Sas van Gent en niet veel later was ik, naast mijn gewone werk, een soort vliegende reporter voor de Kanaalzone. Als de verslaggevers geen tijd (of geen zin?) hadden ging ik erop af. Van gemeenteraadsvergaderingen tot 60-jarige huwelijken en van toneeluitvoeringen tot de opening van een peuterspeelzaal. Negen jaar lang heb ik dat met veel plezier gedaan. Van begin af aan had ik al een bepaalde schrijfstijl waaraan menigeen de artikelen van mijn hand ook herkende. Bijvoorbeeld het artikel hiernaast over het 50-jarig bestaan van het brandweerkorps van Westdorpe.

 

Personeelsbladen

Het schrijven hield niet op bij de krant. Bij gebrek aan een echt personeelsblad bij mijn toenmalige werkgever Broomchemie heb ik samen met mijn collega Rob Roctus een satirisch alternatief gemaakt. Veel knip- en plakwerk en tekeningen maken, want het woord desktoppublishing was toen nog niet aan de orde. En teksten schrijven natuurlijk, iets wat ons beiden goed lag en nog ligt trouwens. Rob heeft in de afgelopen jaren diverse boeken geschreven waaronder een kinderboek en hij heeft verschillende blijspelen op zijn naam staan. Na twee uitgaven van onze satirische versie besloot het bedrijf dan toch een personeelsblad uit te brengen. En uiteraard kwamen wij tweeën in de redactie. Bij de verschillende werkgevers daarna stond ik hetzij mede aan de wieg van het personeelsblad of was ik lid van de redactie. Daarnaast kwam de liefde voor het schrijven ook goed van pas bij het samenstellen van mijn afstudeerscripties, aan woorden geen gebrek. 

 

Autodidact

Wat schrijven betreft kan ik dus gerust stellen dat ik autodidact ben. En ondanks het feit dat spellingregels op de Havo niet echt mijn favoriete onderwerp waren, heb ik in de loop der jaren toch een zeker gevoel voor taal weten te ontwikkelen. Sterker nog, ik erger me bont en blauw* aan de taalverloedering die je tegenwoordig ziet. Dit taalgevoel probeer ik ook te gebruiken in mijn blogjes, zodat ze toegankelijk en leuk leesbaar zijn. Het gesprek dat ik afgelopen week had, bevestigde dat des te meer.

 

 

 

 

*Geintje natuurlijk, ik weet ook wel dat het “zich groen en geel irriteren” is 😀

 

Dit bericht heeft 5 reacties

  1. Ton

    Lekker leesbaar Theo, als ik lees hoor ik je stem met het bekende Zeeuwse accent. Tot vrijdag

  2. Paul

    Met veel plezier lees ik je verhalen. Die schrijflust delen we !

  3. Marjolein Stam

    Jij schrijft heel toegankelijk, het leest prettig. Het verbaast me daarom niet dat je meer geschreven hebt, ook als correspondent.
    Ook ik heb een schrijfverleden, maar niet zo uitgebreid als jij. In tegenstelling tot wat jij zegt was ik wél een lezer: jarenlang las ik 4 boeken per week. Nu lukt een boek lezen om de een of andere rare reden nauwelijks meer.
    Maar de liefde voor taal en de liefde voor natuur hebben we gemeen!

  4. Anne Mieke

    Ja de tijd dat je de krantstukken schreef is lang geleden, maar ik weet het nog goed. Hoe vlug kun je ergens wezen.??

  5. Marina

    Leuk stuk Theo. Ik heb ook wel eens stukken geschreven voor de Fietsersbond en als ik die later terug las dan dacht ik, heb ik dat geschreven!?

Geef een reactie