Het is eind april, een periode die onlosmakelijk verbonden is met het Nederlandse koningshuis. Ooit vanwege de verjaardag van wijlen koningin Juliana op 30 april. Gelukkig hield koningin Beatrix ook na haar inhuldiging in 1980 deze datum aan als Koninginnedag. Je had er toch niet aan moeten denken om dat op haar verjaardag op 31 januari in een sneeuwbui te doen. Zie je jezelf al zaklopen of staan koekhappen in een sneeuwbui. Of je op een matje uitgestalde zooi in ijzige kou aan de man proberen te brengen? Toen Willem-Alexander in 2013 de troon besteeg hoefde er niet zoveel te veranderen, slechts drie dagen vervroegen. Als hij de troon te zijner tijd overdraagt aan zijn dochter prinses Amalia is het wel te hopen dat zij dezelfde gedachte houdt als haar oma, want Koninginnedag op 7 december? Brrrr.
Kruisbloemigen
Maar waarom dit verhaal over het koningshuis op mijn website die toch voornamelijk over natuur gaat? Nou, dat heeft alles met de kleur oranje te maken. Want niet alleen is het eind april Koningsdag, het is ook de periode dat veel kruisbloemigen als pinksterbloem (Cardamine pratensis) en look-zonder-look (Alliaria petiolata) in bloei staan. En dit zijn weer de waardplanten van het prachtige oranjetipje (Anthocharis cardamines), een dagvlindersoort uit de familie van de witjes (Pieridae). De mannetjes zijn heel makkelijk te herkennen aan de oranje vlekken op de bovenzijde van de punten van de voorvleugels. Vrouwtjes zijn wat lastiger te herkennen, want de bovenkant van hun vleugels heeft veel weg van die van het groot koolwitje (Pieris brassicae) en klein koolwitje (Pieris rapae) met de zwarte vlek op de bovenzijde van de vleugelpunten. Als het vrouwtje met haar vleugels gespreid zit, valt wel op dat er tussen het zwart op de vleugelpunten witte streepjes lopen. En als de vlinder met de vleugels dichtgevouwen zit, is er geen twijfel mogelijk. Zowel bij de mannetjes als de vrouwtjes is de onderkant van de vleugels fraai groen gemarmerd.
Drukke fladderaars
Overigens kun je met een geoefend oog in de vlucht het oranjetipje redelijk goed onderscheiden van de witjes. Oranjetipjes zijn iets kleiner dan het klein koolwitje, maar ze hebben daarnaast ook een veel drukkere vlucht. (Dat komt onder meer doordat hun voor- en achtervleugels onafhankelijk van elkaar bewegen. Op een van de foto’s van het vrouwtje onderaan dit blogje is dat goed te zien. Bij veel andere dagvlindersoorten zitten deze met een soort haakjes aan elkaar vast.) Zeker als het zonnetje lekker schijnt nemen oranjetipjes zelden de tijd om even ergens rustig te gaan zitten. Wat weer een uitdaging is om ze op de foto te krijgen.
Drinken en patrouilleren
Het zijn overigens meest mannetjes die zo zenuwachtige rondfladderen. Vaak “patrouilleren” ze langs een bosrand of houtwal, op zoek naar een vrouwtje dat wil paren. Ze zijn daarbij niet zo eenkennig, want ze stuiven op alles af wat maar een beetje wit is en beweegt. Koolwitjes, maar ook een rondvliegend snippertje papier of vogelpluimpje worden door hen belaagd. Om vervolgens teleurgesteld af te druipen als blijkt dat het geen gewillig vrouwtje betreft. In de tussentijd doen de vrouwelijke oranjetipjes zich tegoed aan nectar van de bloemen van de eerder genoemde pinksterbloem en look-zonder-look. Alles om aan te sterken om eitjes te kunnen afzetten. Als het mannetje in haar buurt komt en hij in de gaten heeft dat het dit keer wel een vrouwtje is, begint hij nog enthousiaster te fladderen. Omdat het vrouwtje maar een keer paart, geeft het vrouwtje door haar achterlijf in de lucht te steken aan dat ze al bevrucht is en dat zijn avances tevergeefs zijn.
Een eitje per keer
Als dat niet het geval is en ze ziet die knappe oranjetip wel zitten, volgt een baltsvlucht van wel enkele minuten waarbij ze wild om elkaar heen fladderen. Om vervolgens te landen en te paren. Het mannetje gaat daarna op zoek om een ander vrouwtje het hof te maken en het vrouwtje gaat aan de slag om eitjes af te zetten op de waardplanten. Een eitje per pinksterbloemplantje, vlak onder de knop. Deze eitjes zijn echt minuscuul, kijk maar op de foto’s hieronder. Bij look-zonder-look vaak meerdere eitjes per plant omdat daar meer voedsel voor de rupsjes van te halen is. Dan neemt ze even de tijd om te rusten en wat nectar te drinken en vliegt ze weer naar een volgende plant. Een eitje afzetten en weer verder. Als ze een waardplant tegenkomt waar al een eitje op zit, zal ze deze links laten liggen. Zoals veel andere dag- en nachtvlindersoorten scheiden de vrouwtjes namelijk een feromoon af op de plant nadat ze daar hun eitje(s) op afgezet hebben. Dit feromoon geeft aan andere vrouwtjes het signaal dat er op die plant geen eitjes afgezet hoeven te worden. En dat is maar goed ook, want de rupsen zijn namelijk ook kannibalistisch. De waardplantjes zorgen vaak voor te weinig voedsel voor de rups – de rupsen leven van de zaadjes en hauwtjes (gedroogde zaaddoosjes) van de waardplant – dus voor twee rupsen is er zeker te weinig. Als er twee rupsen op dezelfde waardplant uit een eitje komen zal de als eerste uitgekomen rups de andere opeten voordat deze een hap heeft kunnen nemen.
Geen lang leven
Het leven van veel dag- en nachtvlinders duurt niet zo lang. Er zijn soorten die wel meer dan een jaar oud kunnen worden, maar verreweg de meesten moeten het met enkele weken tot enkele maanden doen. De vlinder, het imago zoals dat heet, is immers niks anders dan het voortplantingsstadium van de soort. Het grootste deel van zijn leven is de vlinder namelijk rups. Er zijn nachtvlinders die wel drie tot vijf jaar als rups leven om uiteindelijk te verpoppen en na uitkomen van de pop slechts drie dagen als vlinder leven. Een voorbeeld hiervan is de wilgenhoutrups (Cossus cossus). Bij het oranjetipje is dat niet anders. Zij leven slechts drie weken. In die tijd moet het vrouwtje dus zoveel mogelijk eitjes produceren. Een ware race tegen de klok, want ze kan wel 150-200 eitjes afzetten. Dat zijn dus iedere dag zeven tot tien eitjes. Vermoeiend hoor. En daarbij zet ze haar eitjes ook niet op ieder willekeurig plantje af. Nee, alleen op die plantjes waarvan ze weet dat de bloempjes binnen anderhalve week zullen gaan bloeien. De eitjes hebben namelijk die tijd nodig om te rijpen en op het moment dat een rupsje uit het eitje kruipt, kan deze zich tegoed doen aan de verse zaadjes in de bloemknopjes. Een beetje hetzelfde als wat ik eerder schreef over de kleine wintervlinder waar het vrouwtje bij het afzetten van haar eitjes rekening houdt met het tijdstip van het uitbotten van de eikenblaadjes. En daarnaast gebruikt het vrouwtje alleen waardplanten die aan de bosrand staan of in ieder geval met struiken in de buurt. Het rupsje moet daar namelijk heen kruipen om te gaan verpoppen. En als het daarvoor een half voetbalveld moet oversteken is het kleine beestje zo al zijn energie kwijt en blijft er niks meer over om te verpoppen tot een prachtige vlinder.
Oranje wat de klok slaat
Het oranje houdt overigens niet op bij de vleugels van de mannetjes. De minuscule eitjes zijn in eerste instantie wit, maar verkleuren daarna naar oranje. En het rupsje is in de eerste fase van zijn levensstadium ook oranje. Het rupsje vreet zich vervolgens helemaal vol en krijgt langzaam een groene kleur met op de rug een witte streep en verder zwarte stipjes op het hele lijf. Na ruim twee weken vreten is het tijd om te gaan verpoppen. De rups kruipt vanaf de waardplant naar het struikgewas en kiest daar een tak of stengel uit. Hij spint zich volledig in en na het uitharden van het spinsel lijkt de pop wel een beetje op een stekel. Zo blijft de pop hangen tot het volgend voorjaar. Er is dus maar een generatie per jaar van het oranjetipje. Eitjes die dit jaar afgezet worden overwinteren dus als pop. Om volgend jaar tegen Koningsdag hun fleurige oranje kleur weer te laten zien.
Bronnen:
- www.vlinderstichting.nl
- www.wikipedia.nl
- www.volkskrant.nl
- De nieuwe veldgids Dagvlinders. (2010). Zeist, Nederland: Stichting Uitgeverij KNNV.
Prachtige blog met goede uitleg en foto’s !
Dank je Jeanne 🙂
Wat een fijne leerzame blog schrijf je toch Theo!
Bedankt 😀
Dank je Han 😊
Dank je wel om op Facebook door te verwijzen naar je blog. Ik heb met plezier het stuk over Oranje gelezen! Zoveel informatie! Wat een prachtfoto’s!
Ik zag enkele weken geleden parende koninginnepages en ook oranjetipjes. Hoewel, het leken eerder twee vrouwtjes, ze waren immers eerder groen gemarmerd.. Ik nam er foto’s van met mijn slimme foon. Mijn reflexcamera heb ik niet altijd bij omdat hij me steevast nekpijn bezorgt.
Ik ga eens op zoek of ik de foto’s nog vind. Mag ik die dan ook mailen of via Messenger sturen? Mijn foto’s zijn vaak te zwaar om in één mail te sturen.
Nog eens: DANKJEWEL!
Dank voor je leuke reactie Trees. Uiteraard mag je foto’s toesturen, dat kan via theo@mijnblogje.nl of via Messenger. Zowel de mannetjes als vrouwtjes van het oranjetipje zijn overigens aan de onderkant groen gemarmerd, dus kan best een koppeltje geweest zijn. Het verschil zit in de kleur van de punten van de bovenkant van de voorvleugel. Bij de mannetjes oranje en bij de vrouwtjes zwart.
Fantastisch mooi beschreven! Het blijft allemaal wonderbaarlijk hoe de mechanismen in de natuur zich voltrekken.
Dank je Martien.
Een prachtig en duidelijk omschreven verhaal, Theo. Ik ga zeker vaker stukjes van je lezen. Kan het ook goed gebruiken als ik weer ga gidsen. Dank!
Groet, Lia.
Graag gedaan Lia, dank voor je compliment. Veel succes, maar vooral ook plezier met het gidsen straks.
Dag Theo,
Ik heb (dacht ik) de paring van het oranjetipje vastgelegd en dit in een groep op Facebook gepost..daar is iemand die beweerd dat het niet om een paring gaat ,omdat het vrouwtje haar achterlijfje om hoog houdt.
Ik heb het hele proces gevolgd en vastgelegd en het kan volgens mij niet anders dan dat wel om de paring gaat.
Kan evt foto’s doormailen want ben benieuwd of ik er echt naast zit?
Vr gr Corine
Hoi Corine,
Ik ben erg benieuwd.Stuur de foto’s maar op via theo@mijnblogje.nl
Ik heb weer genoten Theo, dank je wel.
Fijn Wilma, dank voor je reactie. 🙂
Hé Wilma, jij ook hier! ?
Met heel veel plezier heb ik je mooie blog gelezen en genoten van je prachtige foto’s van het oranjetipje! Groet, Thea
Dank je Thea! 🙂
Wat toch weer een boeiend verhaal om te lezen. En weer sta ik versteld over de wonderen der natuur. Dankjewel voor het delen van deze kennis. Groet, Margreet
Dank je Margreet en graag gedaan hoor ?