Onlangs zag ik onderstaande fraaie rups in onze tuin. Een mooie witte met zwarte stipjes. Natuurlijk ben ik dan heel erg nieuwsgierig tot welke mooie dag- of nachtvlinder deze gaat uitgroeien. Hoewel ik me toch al aardig verdiept heb in vlinders is het rupsenstadium een gebied dat nog veel aandacht vereist. Zo ook deze keer. En dan laat ik me graag bijstaan door de app ObsIdentify voor een eerste indicatie. Uiteraard gevolgd door het opzoeken van de “uitkomst” om te controleren of het wel klopt. Want zo’n app kan me wel van alles proberen wijs te maken. Dus altijd even verifiëren zoals ik in een eerder blogje ook schreef.
Aantal poten
Nu had ik, als ik deze rups goed bestudeerd had, al kunnen zien dat er wat bijzonders was. Maar ik zag het pas toen ik een foto van dichtbij had gemaakt. Dit beestje had namelijk veel te veel poten voor een vlinderrups! Een rups heeft namelijk maar drie paar zogenaamde borstpoten en daarnaast maximaal vier paar buikpoten. Dat laatste aantal varieert van soort tot soort, want sommige hebben helemaal geen buikpoten. Aan het eind van het rupsenlijf zit ook vaak een of meer paar zogenaamde naschuivers. Deze laatste twee soorten poten, buikpoten en naschuivers, zijn overigens geen echte poten maar zogenaamde schijn- of propoten. Deze schijnpoten zijn niet geleed zoals de borstpoten en dienen ter ondersteuning van het lichaam, maar de rups kan zich er ook mee ergens aan vastgrijpen. Voortbewegen doen de rupsen zich dus alleen maar door middel van de borstpoten. Op de tekening hieronder van de Vlinderstichting zie je de verschillende poten.
Bladwespen
Op de uitvergrote en opgelichte detailfoto hieronder zie je dat er drie borstpoten zijn, maar dat er daarna meteen een rij buikpoten komt. Ook dat wees me er op dat het geen vlinderrups kon zijn. Want daar zitten tussen de borstpoten en de buikpoten altijd minimaal twee segmenten. Maar wat was het dan?
Het is een larve van de helmkruidbladwesp (Tenthredo scrophulariae), een van de vele soorten blad- of zaagwespen. De naam wesp roept natuurlijk meteen associaties op met de gewone of limonadewesp (Vespula vulgaris). Het is echter geen directe familie. Verder dan dat ze beiden behoren tot de orde van de Vliesvleugeligen (Hymenoptera) gaat hun verwantschap niet. De gewone wesp hoort tot de onderorde Apocrita, die als kenmerk de wespentaille hebben. De bladwespen hebben geen wespentaille en behoren tot een andere onderorde, namelijk de Symphyta. Ze hebben geen angel en kunnen dus ook niet steken. Waarom ze dan ook wespen heten? Dat zullen ze aan het zwartgeel gestreepte achterlijf te danken hebben, iets dat vele soorten bladwespen kenmerkt.
Bastaardrups
Nu is een vlinderrups ook gewoon een larve, de eerste levensfase van vele insecten. Maar bij vlinders noemen we de larve een rups en bijvoorbeeld bij vliegen een made. Het larvenstadium komt bij meer diersoorten voor, maar daar kom ik in een volgend blogje nog een keer op terug. De larven van bladwespen worden vanwege hun gelijkenis met vlinderrupsen ook wel bastaard- of schijnrupsen genoemd. Je moet erg goed kijken om het verschil te zien. Allereerst dus het aantal buikpoten. Daarnaast de “ruimte” tussen de borst- en buikpoten. Hoewel niet altijd goed zichtbaar, bestaat het lichaam van een rups uit een aantal aaneengeschakelde segmenten. Bij de vlinderrups zitten er tussen de borst- en buikpoten minimaal twee segmenten zonder poten. Ook tussen de buikpoten en naschuivers zitten enkele pootloze segmenten.
Geribbeld lijf
De bastaardrupsen bestaan soms ook uit segmenten, maar daar zijn de afzonderlijke segmenten over het algemeen bijna niet zichtbaar. Ze hebben vaak een wat geribbeld lijf. En bij bastaardrupsen zit er tussen de borst- en buikpoten slechts één of soms ook geen pootloos segment. Op de foto hieronder is dit mooi te zien. Het is de schijnrups van de Allantus viennensis, ook een bladwesp zonder Nederlandse naam. Je denkt dat je met een rups te maken hebt, maar er zijn meer dan vier paar buikpoten zichtbaar en er zit slechts één pootloos segment tussen de borst- en buikpoten.
Bolronde kop
En ik heb er nog een, een foto hieronder die ik onlangs kreeg van een van mijn trouwe volgers, Martin Westerbaan. Hij vond deze rups en was benieuwd wat het was. En je raadt het waarschijnlijk al, ook dit is een bastaardrups. De larve van de Cimbex connatus, nog zo een zonder Nederlandse naam. Hij hoort tot de familie van de knotssprietbladwespen (Cimbicidae).
Tot slot kwam ik afgelopen mei onderstaande beestjes tegen in Sellingen op een grove den. De takken zaten er vol mee en ze deden zich te goed aan de dennennaalden. Ook dat zijn bastaardrupsen en wel van de rode dennenbladwesp (Neodiprion sertifer). Deze zijn in staat om een volledige dennenboom kaal te vreten. Op deze foto is nog een mooi kenmerk te zien van bastaardrupsen, namelijk de ronde kop. Op de foto’s hierboven van de Cimbex connatus en de Allantus viennensis is de kenmerkende ronde kop ook zichtbaar, zij het wat onduidelijker dan bij deze.
Echte rupsen
Om de verschillen met echte rupsen goed te kunnen zien tot slot enkele voorbeelden. Toevallig overigens allemaal van nachtvlinders. Ik schreef al dat bij sommige vlinderrupsen de buikpoten volledig ontbreken. Een voorbeeld hiervan is de grote wintervlinder (Erannis defoliaria) op de foto hieronder. De drie paar borstpoten zijn heel goed zichtbaar en tevens de naschuivers. Daartussen zitten verder geen schijnpoten. Dit is heel kenmerkend voor een grote groep van nachtvlinders, namelijk de zogenaamde spanners (Geometridae). Zij bewegen zich op een specifieke wijze voort. Zij krommen hun lichaam en zetten de naschuivers vlak achter de borstpoten neer. Dan ontspannen ze hun lijf, waarbij het voorlijf naar voren uitstrekt en ze de borstpoten vervolgens weer neerzetten. En dan herhaalt deze cyclus zich weer.
Een ander voorbeeld is al eens kort in een ander blogje aan bod gekomen, namelijk de rups van de sint-jacobsvlinder (Tyria jacobaeae). Op deze – sterk uitvergrote – foto is de zwarte banden mooi de segmentering zichtbaar. Bovendien zie je, als je goed kijkt, een borstpootje, vervolgens twee pootloze segmenten en vervolgens de vier segmenten met de buikpoten.
Olifantsrups
Tot slot de olifantsrups, de heel kenmerkende rups van het groot avondrood (Deilephila elpenor). Niet alleen zijn bij deze rups de vier paar buikpoten goed zichtbaar als donkere bolletjes onder het dikke lijf. Ook zie je aan het eind een heel klein puntig uiteinde. Erg kenmerkend voor een lid van de groep van de pijlstaarten (Sphingidae), waartoe naast het groot avondrood onder meer ook de populierenpijlstaart (Laothoe populi), walstropijlstaart (Hyles gallii), maar ook de bekende kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) behoren.
Dus een volgende keer als je iets ziet rondkruipen wat op een rups lijkt: let op de kop (bolrond), probeer de buikpoten te tellen en let op de ruimte tussen de buikpoten en de borstpoten. Het blijft lastig hoor, zeker omdat er keuze is uit bijna 2500 soorten dag- en nachtvlinders en de ruim 500 soorten bladwespen die je in Nederland kunt tegenkomen!
Bronnen:
Dag Theo.
Ik verbaasde mij weer over de kwaliteit van je foto’s, buitengewoon mooi gedaan.
groet, Paul Dirksen.
Dank je Paul! 🙂
Wauw, mooie foto’s, heel leerzaam en heel duidelijke uitleg. Nu ga ik met veel plezier uw andere blogjes lezen. Knap hoor.
Dank je Stefaan! Ook voor het aanmelden voor mijn nieuwsmail 🙂
Leuke blog .
Verklaard ook gelijk dat ik sommige rupsen niet kon vinden in mijn naslag werk
Veel.succes met je blogjes
Groeten Ralph
Dank je Ralph! 🙂
Weer wat geleerd erg leuk.
Dank je Sheila en graag gedaan!
Ik heb genoten van dit prettig geschreven leerzame verhaal. De namen van die bladwespen ga ik denk ik nooit onthouden…. en spanners zijn dus wel rupsen maar dan zonder buikpoten?
Dank Theo… Heel leuk blog weer!
Dank je Annet! Bij spanners ontbreken inderdaad de buikpoten.
prachtig en informatief .
Dank je Hilde.
Leerzaam, duidelijk. Ben al blij als ik iets vind. Nu beter te determineren. Dank je.
Dank voor je reactie en graag gedaan, Wanny 🙂
Wel bedankt voor al die uitleg ivm de Tenthredo marginella bladwesp!! Boeiend!
Graag gedaan Freddy!
Heel leerzaam…ik ga voortaan nog beter opletten. En pootjes tellen!
Dank je Loes. Het verschil is soms lastig te zien hoor.
Interessant leerzaam weer!
Fijn het verschil te weten tussen rupsen en larven!
Dankjewel Theo en succes met je natuurwerk! Groetjes!
Dank je Ellen!
wederom weer leerzaam.
en weer wat geleerd.
bedankt voor de heldere uitleg
Dank je Carla en weer graag gedaan!
Leuk om te lezen, weer nieuwe dingen geleerd.
Dank je Anton.
Wat een mooie rupsen zijn het eigenlijk, als daar ook zulke mooie vlinders uitkomen hebben we mooie vlinders inde zomer. Mooi geschreven broer en weer zeer leerzaam.
Dank je zus.