Sinterklaas zit inmiddels al weer lang en breed in Spanje, dus op 6 december mocht de kerstversiering weer van zolder. Alhoewel het gebruik om het huis pas in kerstsfeer om te toveren na 5 december al een aantal jaren achterhaald is. Tegenwoordig kun je er niet vroeg genoeg mee beginnen en half november (en zelfs eerder) verschijnen hier en daar al de eerste versierde en verlichte huizen, energiecrisis of niet. Om alvast in de sfeer te komen is Sky Radio enige tijd geleden begonnen met hun Christmas Station. En met het verschijnen van de eerste kerstverlichting bij de huizen worden ook de eerste kerstbomen in de verkoop gedaan.
O Tannenbaum
Een liedje dat niet op Sky Radio te horen is, maar al decennialang tot het onbetwiste kerstrepertoire van menig (kinder)koor hoort is natuurlijk ‘Oh dennenboom’. Een lied met een lange geschiedenis. De tekst zou zijn oorsprong hebben in het Silezisch volksliedje ‘Ach Tannenbaum’ uit de zestiende eeuw van de componist Melchior Franck. (Silezië is een regio die tussen Polen en Tsjechië ligt en was ook de naam van een provincie in Pruisen. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het gebied voor het grootste deel bij Polen.) Ook de melodie stamt ergens uit de zestiende eeuw. Dit liedje van Franck leek qua tekst nog niet echt op dat wat we heden ten dage zingen. Daar kwam verandering in toen de Duitser Joachim Zarnack in 1819 ‘O Tannenbaum’ schreef. Een lied dat overigens nog geen enkele band had met kerstmis, het was namelijk een liefdeslied. Vijf jaar later, in 1824, werd de tekst herschreven door Ernst Anschütz, een leraar uit Leipzig. In zijn versie kwam pas de associatie van het lied met kerst.
Verkeerde vertaling?
Uiteindelijk stak het lied op een gegeven moment ook de landsgrens met onze oosterburen over en werd ‘Oh dennenboom’ in ons land toegevoegd aan het kerstoeuvre. Wie het lied hier geïntroduceerd heeft is niet bekend, noch wanneer dit was. Maar noem het dichterlijke vrijheid, een germanisme of gewoon domweg letterlijk en derhalve verkeerd vertalen, een Tannenbaum is geen dennenboom. Een Tannenbaum is namelijk een spar, om precies te zijn een zilverspar (Abies). Aan de andere kant was de verkeerde vertaling ook weer niet zo vreemd, omdat in vroeger eeuwen in Nederland zowel de woorden spar als den gebruikt werden om naaldbomen in zijn algemeenheid aan te duiden. Het geslacht Abies omvat zo’n 45 tot 55 soorten en vele daarvan afgeleide cultivars. Om de verwarring nog iets groter te maken wordt de blauwspar (Picea pungens) in de volksmond soms ook wel zilverspar of zilverden genoemd. Maar de blauwspar behoort tot het geslacht van de sparren (Picea). Zal ik je dan nog verder verwarren? Zowel de zilversparren als de sparren maar ook het geslacht van de dennen (Pinus) behoren allen tot de familie van de dennen (Pinaceae). (Het blijft me steeds weer verbazen hoe verwarrend die taxonomie soms kan zijn. Ik dacht altijd dat dit op basis van internationale afspraken was.)
Nordmann-spar
De blauwspar is van oudsher een van de naaldbomen die als kerstboom door het leven gaat. Die blauwspar heeft echter een nadeel, zeker bij gezinnen met kinderen. De naalden van deze boom zijn nogal stevig en scherp. En dat kan wel eens vervelend zijn als de kinderen ermee in aanraking komen. De stille heil’ge nacht kan dan wel eens bruut verstoord worden. Ook de fijnspar (Picea abies) wordt vaak als kerstboom gebruikt, net als de fraserspar (Abies fraseri). Wie aan vroegere kerstperiodes denkt weet waarschijnlijk ook dat er, naast de scherpe naalden van de blauwspar, nog een groot nadeel aan de kerstbomen zat: ze vielen uit. Zeker als het een boom zonder kluit was, die op een houten kruis of in een metalen of kunststof voet was gezet. Na enkele dagen kreeg de boom uitdrogingsverschijnselen en begonnen de naalden massaal los te laten. Dit tot groot ongenoegen van het familielid dat belast was met schoonmaken en stofzuigen. Die naalden bleven zo lekker in de vloerbedekking en kleedjes zitten, vooral als het wat hoogpolig was. Weken, nee maanden later werden er nog naalden teruggevonden. De laatste decennia is daarom de Nordmann-spar ofwel Kaukasische zilverspar (Abies nordmanniana) in zwang als kerstboom. Deze boom komst oorspronkelijk uit de omgeving van de Zwarte Zee en is 1838 door de Finse bioloog Alexander von Nordmann in West-Europa geïntroduceerd. Een groot voordeel van deze soort is dat de naalden minder snel uitvallen.
Naalden los of bij elkaar
Dennen, sparren, zilversparren, allemaal naaldbomen en allemaal dennen. Qua familie dan. Bij excursies in gebieden waar deze bomen bij elkaar in de buurt staan laat ik vaak het verschil zien tussen bomen van het geslacht dennen (zoals bijvoorbeeld de grove den (Pinus sylvestris)) en een spar. Vaak is dat trouwens fijnspar, maar kan ook een douglasspar (Pseudotsuga menziesii) zijn. Een soort die ook weer tot die dennenfamilie behoort, maar in ons land van nature niet voorkomt. Hij komt uit Noord-Amerika en is in het verleden in grote hoeveelheden aangeplant voor de houtwinning. Dat verschil tussen een den en een spar is namelijk heel goed te zien aan de naalden. Bij een spar zitten de naalden individueel aan de takken. Bij de in ons land meest voorkomende grove den is dit paarsgewijs. Een handig ezelsbruggetje daarbij is de s van solo en de d van duo. Daarbij moet ik wel opmerken dat je moet weten of het een spar betreft en geen andere naaldboomsoort. Want de leden van de taxusfamilie (Taxaceae) hebben ook naalden die per stuk aan de tak zitten. Bij de lariks of lork, een ander geslacht (Larix) binnen de dennenfamilie, zitten de naalden in trosjes bij elkaar. Ook dat kun je onthouden met een ezelsbruggetje, namelijk de l van lariks en legio. De lariks is overigens een van de weinige bomen binnen deze familie die zijn naalden verliest in de winter, de andere soorten blijven allemaal groen.
Hierboven twee tekeningen uit het boek Medicinaal Pflanzen van de Duitse natuur- en scheikundige Hermann Adolph Köhler (1834-1879), waarop het verschil tussen de fijnspar links en de grove den rechts goed zichtbaar is. Let vooral op de weergave van de naalden aan de rechterzijde van de prenten.
Coniferen
Kun je het nog volgen met al die naaldbomen? Dan ga ik nog een stapje verder om het wellicht nog lastiger te maken. Of misschien ook niet. De familie van de dennen en taxus zijn nauw aan elkaar verwant en behoren tot één grote orde, de coniferen (Coniferae). (Alhoewel botanici en taxonomen het daar niet helemaal met elkaar eens zijn. Er zijn nogal wat verschillende inzichten te vinden over de juiste indeling.) De naam Coniferae komt van het Latijnse conus dat kegel betekent en ferre dat dragen betekent. Kegeldragers dus en dat is wat al die coniferen gemeen hebben. Hun zaden zitten in een met schubben afgezette verhoutende kegel. Maar wacht even, coniferen dat zijn toch die groenblijvende struiken die vaak als tuinafscheiding worden gebruikt? Klopt, in de volksmond worden die inderdaad coniferen genoemd, maar dat zijn het feitelijk niet. Die struiken horen namelijk tot de geslacht van de levensbomen (Thuja) en die behoren op hun beurt tot de familie van de cipressen (Cupressaceae), welke weer een onderdeel is van die grote orde van de coniferen. Dus uiteindelijk zijn het weer wel coniferen. Overigens hoort de orde van de coniferen tot de groep van de naaktzadigen (Gymnospermae), waarvan de eerste soorten 300 miljoen jaar geleden ontstaan zijn.
Om het verhaal een beetje te verduidelijken staat hieronder een overzichtje met een indeling van de orde van de coniferen, de families en de geslachten, met een uitsplitsing van de geslachten binnen de dennenfamilie (bron: Wikipedia).
- Orde coniferen, (Coniferales, Coniferae, Pinale)
- apenboomfamilie (Araucariaceae)
- knoptaxusfamilie (Cephalotaxaceae)
- cipresfamilie (Cupressaceae)
- dennenfamilie (Pinaceae)
- geslacht zilverspar (Abies)
- geslacht ceder (Cedrus)
- geslacht den (Pinus)
- geslacht Pseudotsuga
- geslacht hemlockspar (Tsuga)
- geslacht spar (Picea)
- geslacht pseudolarix
- geslacht lork of lariks (Larix)
- familie Podocarpaceae
- familie Sciadopityaceae
- taxusfamilie (Taxaceae)
Allemaal coniferen
Dus die struik in de tuin die je conifeer noemt is net zo zeer een conifeer als de grove den op een zandverstuiving, een jeneverbes (Juniperus communis) op de heide, een fijnspar in het bos of die kerstboom in je woonkamer. Allemaal coniferen. En wat dacht je van die enorme sequoia’s die in Noord-Amerika groeien, waaronder de kustmammoetboom (Sequoia sempervirens)? Daarvan staat er eentje in Redwood National Park die met 115 meter de hoogste boom ter wereld is. Ook een conifeer. Of de slangenden ofwel apenboom (Araucaria araucana) die menig voortuin (ont)siert. Zelfs dat is een conifeer.
Dus wil je zeker zijn dat je de kerstboom in je huis, tuin of elders niet beledigt, zing dan voortaan ‘Oh coniferenboom, wat zijn je takken wonderschoon’. Zit je altijd goed 😉
Hoi Theo, Soms lees ik je blogjes op een hoopje. Als ik er weer eens tijd voor heb. Dus de kerst is al een poosje geleden, maar ik heb deze toch weer met plezier zitten lezen. En herkenbaar, die uitvallende naalden, vanuit mijn prilste jeugd. Dus op dit moment, waar ik geen hele bomen het huis in kan slepen, gebruik ik takken van een taxus-achtige ( vraag me niet welk type 🙂 ) als kersttakken. Paar balletjes en een slinger erin, en toch wat kerstsfeer in huis. Eergisteren trouwens de eerste libelle al hier in de tuin gezien. Maar ja, dat is dan toch in Galicië, waar het afgelopen week lekker, redelijk warm weer was. Graad of 17-19 en zonnig. Succes met je #libellente blogjes
Dank je Simone, en jullie veel plezier in Galicië.
Interessant blog wat ik mocht tegen komen en wens je ook nog hierbij een mooi en gezellig 2023 toe. Heb al meer interessante weetjes gelezen van je. Groetjes, Tine
Dank je Tine 🙂
Jaren geleden toen ik voor het eerst voor een natuurorganisatie ging werken zat ik bij een overleg over taxonomie. Ik maakte toen de opmerking dat dat toch niet zo moeilijk is als je de wetenschappelijke naam gebruikt. Daar werd hartelijk over gelachen. De wetenschappelijke naam is gebaseerd op de taxonomie, en soorten veranderen door nieuwe inzichten nogal eens van geslacht, familie en/of orde. Lastig, vervelend, maar als je bij bijvoorbeeld nieuw DNA-onderzoek tot nieuwe inzichten komt gaat de waarheid voor de eenvoud.
Herkenbaar Alex. En dat ze door bijvoorbeeld DNA-onderzoek tot nieuwe inzichten komen en dus een andere taxonomische indeling is logisch. Als daar maar enige consensus over zou bestaan. Maar her en der buitelen de kenners over elkaar heen om te bepalen tot welk geslacht of familie een soort behoort. En dan krijg je twee of meer wetenschappelijke namen, kijk bijvoorbeeld naar de winterkoning.
Heel hartelijk bedankt Theo! Ik hou van kerstbomen en van alle soorten bomen. Een van de wonderlijkste verschijnselen op aarde. Ik vond het ook erg overzichtelijk geschreven. Goed te begrijpen en wordt je er weleens tureluurs van al die soorten naalden en namen. Bewonderenswaardig dat je dat allemaal zo enthousiast doet.
Ik wens je hele prettige kerstdagen en een gelukkig 2023.
Winnifred
Dank je en graag gedaan weer Winnifred 🙂
Vakkundig en op een leuke manier op een rijtje gezet Theo. Een blogje dat helemaal in lijn ligt met de tijd van het jaar.
Trouwens ook mijn complimenten met het ontwerp van deze site, de keuze voor de foto plugin was een puike keuze !
Dank je Rudi! 😊
Ik heb genoten van je verhaal met een steeds groter wordende lach op mijn gezicht. Een heerlijke hussel van naalden.
Je hebt er flink je best op gedaan en dat heeft zeker zijn naalden afgeworpen.
Dankjewel voor je blog. Ik geniet er elke keer weer van.
Tot de volgende! Hele mooie dagen gewenst en een gezond en liefdevol 2023!
Groetjes Ellen
Hoi Ellen,
Leuk dat mijn blogjes een lach op je gezicht toveren, een mooi neveneffect.
Hartelijk dank Theo voor jouw prachtige blogs over onze natuur met foto’s en weetjes. Ook jouw nieuwsbrief vind ik heel interessant. Ga zo door!
Dank je Catherine en graag gedaan. Ik ga zeker door!
Nou, Theo, je maakt het er niet makkelijker op…Bij mijn beste weten wordt een blauwspar nooit zilverspar genoemd. Door dit te vermelden maak je de verwarring groter. Zilverspar = altijd Abies.
En bij dat vaak genoemde ezelsbruggetje: solo, duo, legio stel je dat bij een den de naalden altijd paarsgewijs staan. Er zijn echter ook veel Pinussoorten die vijfnaaldig zijn (bv de P. strobus, om maar een bekende te noemen) en zelfs enkele die drienaaldig zijn.
Het staatje aan het eind geeft duidelijkheid, mooi!
En je standpunt omtrent echte boom of kunstboom? Kluit of gezaagd? Daarover is meer discussie dan over de naamgeving!
Je stukken lees ik altijd met plezier! En soms, als het over mijn oude vakgebied gaat, extra aandachtig….
Hoi Adri,
Dank voor je kritische blik. Ik heb op een paar plekken gevonden dat in de volksmond de blauwspar (Picea pungens) ook zilverspar of zilverden wordt genoemd. Ik heb de linkjes er nu bij gezet in het blogje, evenals dat het om volksnamen gaat.
Dat ezelsbruggetje gaat inderdaad niet altijd op, maar over het algemeen wel voor onze inheemse grove den. Legio voor de lariks was ik inderdaad vergeten noemen, ik zal het er bij zetten.