Bomen zijn heel erg belangrijk. Ze bieden onderdak aan of zorgen voor voedsel voor vele honderden dieren, van klein tot groot. Ze vormen daardoor een enorme belangrijke schakel in de natuur. In dit blogje meer over het belang van bomen voor de biodiversiteit.
Van de acht reigersoorten die in ons land voorkomen, is de blauwe reiger wel de bekendste. En met zo'n dertienduizend broedparen ook de meest algemene reigersoort in ons land.
Een van de mooiste geluiden van de (na)zomer vind ik toch wel dat van sprinkhanen en krekels. Het hoort echt bij deze tijd van het jaar. Het geluid van de grote groene sabelsprinkhaan steekt daar met kop en schouders bovenuit.
Het koevinkje is een echte zomervlinder die vliegt van juni tot en met augustus. Vooral in het oosten en het zuiden van ons land en langs de kust is het een algemeen voorkomende soort. Vooral in graslanden, bermen en op open plekken in het bos.
In de maand mei kwamen 31 dagen lang weer allerlei mooie nachtvlinders langs op de sociale media tijdens #meimotten. Vier van de soorten die de revue passeerden komen nu aan bod in dit blogje.
De viervlek (Libellula quadrimaculata) is een algemeen voorkomende libellensoort in Nederland. Naast het pterostigma heeft deze libel nóg een vlek op iedere vleugel. In dit blogje vertel ik ook meer over het pterostigma en waar het toe dient.
De hoofdrol in dit blogje is weggelegd voor de levendbarende hagedis. Het is een van de vier hagedissensoorten in Nederland. Maar is deze hagedis eigenlijk wel levendbarend of is er meer aan de hand?
Wat hebben een pissebed, een paardenbloem en een schrobborstel met elkaar gemeen? Op het eerste gezicht weinig. Maar in mijn blogje over de pissebedden lees je dat er wel degelijk een verband is.
De huismus (Passer domesticus) staat al drieëntwintig jaar op de eerste plaats bij de Nationale Tuinvogeltelling. Toch gaat het niet goed met deze soort. En daarom is 2024 het Jaar van de Huismus.
De koninginnenpage (Papilio machaon) is niet alleen door haar kleuren en tekening een prachtige verschijning. Ook het formaat spreekt tot de verbeelding. Het is dan ook de grootste dagvlinder van Nederland.
De putter ofwel distelvink is een heel kleurrijk vogeltje met een prachtige zang. Je ziet ze vaak in groepjes samen optrekken, ondertussen druk kwetterend met elkaar. Op zoek naar uitgebloeide distels, waar ze de zaadjes behendig uit peuteren
De blinde bij weet op een slimme wijze te doen alsof hij een honingbij is. Maar het is helemaal geen bij en zeker niet blind.
De boomkikker (Hyla arborea) is wellicht de meest gefotografeerde kikkersoort in ons land. De kleine felgroene kikkertjes' rustend in een bramenstruik' hebben een hoog aaibaarheidsgehalte. Maar het gaat niet goed met deze soort. Ze zijn zeldzaam en staan op de Rode Lijst als bedreigd.
Bij de nachtvlinders onderscheiden we macro's en micro's. Wat is het verschil tussen die twee? En wat is nu eigenlijk een mot?
De maand mei stond weer in het teken van de #meimotten. Iedere dag zet ik dan een nachtvlindersoort in het zonnetje op de sociale media. Maar wat maakt een nachtvlinder nu een nachtvlinder? Wat is het verschil met een dagvlinder? In dit blogje geef ik antwoord op deze vragen.
Het groentje (Callophrys rubi) is echt een dagvlinder van de zandgronden. Je kunt hem dan ook met name in het westelijk deel van Nederland tegenkomen. Daarbij moet je wel goed opletten, want door de groene onderkant van de vleugels vallen ze vaak nauwelijks op tussen het gebladerte.
De bandheidelibel vind ik een van de mooiste libellen van ons land. Een zeldzame soort die sinds de eeuwwisseling wel aan een opmars bezig is. In Overijssel heb je de meeste kans om ze tegen te komen. En als je er een ziet, zul je begrijpen waarom ik ze zo mooi vind.
Het is wellicht nauwelijks voor te stellen, maar sommige vogels hebben al eieren gelegd of zijn al aan het broeden. Zoals de bosuil (Strix aluco). Je hebt deze uil misschien nog nooit gezien. Maar je hebt hem wellicht al vaker gehoord dan je zou vermoeden.
Ieder jaar wordt de kerstboom toegezongen als dennenboom. Terwijl het een spar is. Waar komt die naamsverwarring vandaan? In mijn blogje zul je zien dat het allemaal nog verwarrender is dan je misschien al dacht.
De meidoornuil: een prachtige nachtvlinder die van september tot in november vliegt. Door de bruine vleugels met groene bestuiving valt hij nauwelijks op tussen het afgevallen blad.
Net zoals met vele andere diersoorten, gaat het met onze egel niet zo best. Onder andere het verkeer, maar ook onze manier van tuinieren zijn daar debet aan. 'Nette' kortgemaaide, aangeharkte en slakkenvrije tuinen met een vijver met steile rand zijn funest voor deze prikkelbeestjes. Help ze daarom een handje.
De grote keizerlibel (Anax imperator) is de grootste algemeen voorkomende libel in ons land. Met een lengte van ruim acht centimeter is het een indrukwekkende verschijning. Het is een van de soorten die bij onze vijver aanwezig is en er ook eitjes afzet.
Tômke, duumpje, klein Jantje, kadolstermenneke, keudeldoemke. Er zijn niet veel vogels die zoveel streeknamen hebben als het winterkoninkje. Met zijn slechts 9 gram lichaamsgewicht en een lengte van 9 centimeter weet dit kleine vogeltje wel zo'n 90 decibel aan geluid te produceren.
In mei organiseerde ik voor de derde maal #meimotten op Twitter en andere sociale media. Iedere dag een andere nachtvlinder of groep nachtvlinders in het zonnetje. In dit blogje licht ik er een paar uit die in de tweede helft van mei aan bod kwamen.
Deze maand mei organiseer ik voor de derde maal #meimotten op Twitter en andere sociale media. Iedere dag zet ik een andere nachtvlinder of groep nachtvlinders in het zonnetje. In dit blogje licht ik er een paar uit.
De vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula) is een van de eerste libellensoorten die uitsluipt in het voorjaar. Ze vliegen al vroeg in april en vallen meteen op door het prachtige vuurrode achterlijf. Je kunt ze overal tegenkomen, vaak ook bij (tuin)vijvers.
De gehakkelde aurelia is een van de vier dagvlindersoorten in ons land die als imago overwintert. Nu het voorjaarszonnetje zich weer laat zien, komen deze overwinteraars tevoorschijn uit hun schuilplaatsen.
2022 is door Vogelbescherming Nederland en Sovon uitgeroepen tot het Jaar van de Merel. En dat is niet voor niets, want het gaat niet goed met deze bekende tuinvogel.
Het roesje (Scoliopteryx libatrix) is een van de weinige nachtvlinders die overwinteren als imago. Ergens op een donker en tochtvrij plekje, maar soms ook in huis. Mocht je er eentje in huis tegenkomen, zet hem dan voorzichtig buiten. De vlinder overleeft de winterse kou wel, om in het voorjaar bij de eerste warmte weer rond te vliegen. Over de herkomst van de naam roesje bestaan overigens verschillende lezingen.
Wantsen zijn er in verschillende soorten, kleuren en maten. In Nederland en België komen zo'n duizend soorten voor. Het aantal soorten wereldwijd wordt geschat op enkele tienduizenden.
De scholekster (Haematopus ostralegus) zoekt steeds vaker de stad op om te broeden. Terwijl het van oorsprong een echte kustbewoner is die, gedreven door diverse oorzaken, zijn heil zocht en gevonden heeft in het binnenland.
Het landkaartje is een bijzondere dagvlinder. De verschillende generaties in een jaar zijn verschillend van kleur. Een voorbeeld van seizoensdimorfie. In dit blogje ga ik hier verder op in.
Sinds 2020 gebruik ik ook een LedEmmer om nachtvlinders te vangen, naast het laken met lamp en het smeren. Deze LedEmmers zijn ontwikkeld door de Vlinderstichting voor het onderzoeken naar de ontwikkelingen van de nachtvlinderstand. Zo draag ik ook weer mijn steentje bij aan dit onderzoek.
Een van de eerste dagvlinders die je in het voorjaar kunt zien is ook een hele opvallende: de citroenvlinder. Met zijn felgele vleugels vliegt het mannetje in het rond op zoek naar vrouwtjes om te paren.
Lieveheersbeestjes, wie kent ze niet? Kleine lieflijke beestjes en symbool van zinloos geweld. Maar sommigen hebben ook een duistere kant.
De baardman (of met de oude naam baardmannetje) is een prachtig rietvogeltje met een heel kenmerkend geluid. En dat zich in de winter aanpast aan het voedselaanbod.
Ook dit bijzondere jaar 2020 sluit ik af met een terugblik, maar vooral ook vooruitkijken naar 2021. Fijne jaarwisseling en een goed en gezond 2021!
Je gelooft het misschien niet, maar ook in de winter kun je in Nederland libellen tegenkomen. Winterjuffers om precies te zijn: de algemeen voorkomende bruine en de zeldzame noordse winterjuffer.
De waterspreeuw is een bijzondere en zeldzame zangvogel die al zwemmend en lopend over de bodem van een snelstromende beek zijn voedsel zoekt.
Een rups is de larve van een vlinder. Maar er zijn ook larven die erg op een rups lijken maar bij een ander insect horen: de zogenaamde bastaardrupsen. Ook al zijn er een paar kenmerkende verschillen, toch is de vergissing met een vlinderrups heel gauw gemaakt.
Regelmatig krijg ik vragen van lezers over dieren die men gezien heeft, meestal om te helpen om de soort op naam te brengen. Zo kreeg ik onlangs vlak na elkaar twee vragen die toevallig betrekking hadden op dezelfde nachtvlinder: de plakker. In dit blogje meer over deze mooie, maar ook gevreesde soort.
Vleesetende planten worden vaak op cartooneske wijze weergegeven als bloeddorstige stengeltjes met daarop een kop met vervaarlijke tanden. De werkelijkheid ziet er echter anders uit.
Zo medio april barst het libellenseizoen los. Van tengere, ranke juffertjes tot forse, zwaargebouwde echte libellen. Wat is het verschil tussen die twee? Daarover gaat mijn nieuwste blogje.
Eind april, onlosmakelijk verbonden met Koningsdag (en vroeger Koninginnedag). En met de oranjetipjes die rond deze tijd vrolijk rondfladderen. Daarover gaat dit nieuwste blogje.
Het coronavirus heeft de wereld in haar greep. Honderdduizenden mensen zijn besmet en vele tienduizenden overleden. En het eind is nog niet in zicht. De term corona zal voor eeuwig geassocieerd worden met deze verschrikkelijke pandemie. Ook de coronamotten hebben vanaf nu een beladen naam.
Akkervogels staan niet zo bekend om hun uitbundige kleuren. Neem…
Sinds ik in september met de Natuurgidsopleiding van IVN gestart…
