Het is plakkerig weer, de hitte ligt als een veel te warme deken over ons land. Iedere activiteit die je buiten onderneemt kost je meteen een halve emmer zweet. De paar buitjes die gevallen zijn hebben de lucht enigszins gekoeld, maar zorgden er meteen voor dat het nog broeieriger werd. Nog meer plakken. De vogels laten zich amper zien en horen. Ze kijken wel uit met deze temperaturen. En bovendien zitten de meesten in de rui en hun vliegprestaties zijn dan ook niet optimaal. Een gemakkelijke prooi voor sperwer of kat. Vlinders daarentegen zijn er wel. Gelukkig meer dan een paar weken geleden, al loopt het nog niet over. Ik heb dit jaar bijvoorbeeld amper distelvlinders gezien. Het gaat echt de verkeerde kant op met de insecten. Qua nachtvlinders valt het gelukkig nog mee, de hoeveelheden die op het doek of in de lichtval komen zijn nog steeds mooi. En veel nieuwe soorten erbij. Op het moment dat ik dit blogje schrijf (augustus 2020) staan er bijna 700 foto’s van ruim 250 Nederlandse nachtvlindersoorten op mijn website. Wat overigens nog geen 15% is van het totale aantal soorten in ons land, dus ik heb nog een eind te gaan 🙂 .
Durf te vragen
Over een van die nieuwe soorten gaat dit blogje. Ik kreeg begin augustus van Thomas Kamphuis de foto links van twee parende nachtvlinders, een witte en een donkere. Een vreemde situatie, zo vroeg Thomas zich af. Want kan er tussen twee verschillende soorten ook een paring plaatsvinden? Het antwoord was snel gegeven. Het betrof hier geen twee verschillende soorten, maar een koppeltje van de plakker (Lymantria dispar). Een nachtvlinder die algemeen in ons land voorkomt. (Het gebied waar ik woon, het noordoosten, blijft daarbij vreemd genoeg wat achter. Redelijk bijzonder dus dat ik deze op het laken en in de lichtval had.) De witte is het vrouwtje, zij is ook wat groter dan het donkere mannetje.
Toevallig kreeg ik daags erop een vraag van John Leeninga met een aantal foto’s erbij. Zijn vrouw had in de tuin een bruin propje gevonden, dat wat op een uitwerpsel leek maar bij nader inzien een pop van een nachtvlinder bleek te zijn. Ze hadden de pop in een – ventilerende – bus gedaan om te kijken wat voor vlinder eruit zou komen. Die ochtend was de vlinder uit de pop gekropen en als vliegen op de stroop zaten er meteen twee donkere vlinders bij. Ook hier bleek het om een vrouwtje plakker te gaan en de twee donkere waren mannetjes die haar feromonen meteen opgepikt hadden met hun sterk gevederde antennes. Op de foto van het mannetje onderaan dit blogje zijn de antennes heel goed zichtbaar.
Weinig vlieguren
Met die vrouwtjes is overigens nog iets bijzonders aan de hand. In een eerder blogje schreef ik al eens over de vleugelloze vrouwtjes van onder meer de kleine wintervlinder (Operophtera brumata). Zij zitten op de stam van de bomen te wachten op de mannetjes om vervolgens te paren. Veel verder dan een of twee boomstammen komen die vrouwtjes niet. Dat kan ook haast niet zonder vleugels. De vrouwtjes van de plakker hebben daarentegen volledig ontwikkelde vleugels, maar gebruiken ze amper. De reden hiervoor is niet bekend. Misschien kunnen ze de vleugels (haast) niet bewegen? Of kost het hen te veel energie? Want zowel het mannetje als het vrouwtje van de plakker eten niet als vlinder en moeten het dus doen met alle energie die ze in het rupsstadium hebben opgenomen. Wat de oorzaak ook is, het vrouwtje verlaat amper de plek waar ze uit de pop is gekropen en doet niks anders dan feromonen verspreiden. De mannetjes pikken die feromonen meteen op, zoals de foto van John laat zien. Overigens vliegen de mannetjes van de plakker zowel ’s avonds als overdag, het is dus een dagactieve nachtvlinder.
Plaaginsect
Na de paring gaat het vrouwtje direct aan de slag met het afzetten van eitjes. Ze doet dit vaak in spleten in de bast van de boom, in een hele groep bij elkaar. Over de eitjes plakt ze een dikke laag met haren die ze uit haar achterlijf trekt. Daar heeft de plakker de Nederlandse naam te danken. Het pakketje eitjes heeft iets weg van een zwam die op de bast van de boom zit. Zie de foto hiernaast en onder dit blogje. Na het leggen en beschermen van de eitjes met haar haren zit het karwei erop voor het vrouwtje en sterft ze. De rupsjes komen niet meteen uit de eitjes, maar blijven daar de hele winter veilig in zitten. Nieuwsgierige rupsjes die stiekem toch voor de winter het eitje verlaten overleven de winterkou niet. In het vroege voorjaar komen de brave rupsjes uit de eitjes en beginnen zich vol te vreten. Soms zijn het er zoveel dat ze een plaag vormen, vooral op eiken. Ik heb geen informatie gevonden dat dit in ons land recent tot grote problemen heeft geleid. Maar volgens dit onderzoeksverslag uit 1949 van dr. ir. J.J. Fransen van het ministerie van Landbouw en Visserij was er in de jaren dertig van vorige eeuw sprake van een flinke plaag van plakkers in de Noord-Brabantse bossen. Fransen geeft ook suggesties om deze plagen aan te pakken, waarbij stoffen als het uiterst giftige DDT en HCH (beter bekend als lindaan) niet werden geschuwd. Maar ook meer “vriendelijke” stoffen van natuurlijke oorsprong, zoals pyrethrum en derrispoeder werden onderzocht om de plakkerplagen aan te pakken.
Ontbladerde bomen
In de Verenigde Staten denken ze wel anders over de plakker, of Gypsy Moth zoals hij in de Engelstalige landen genoemd wordt. Daar werd de vlinder halverwege de 19e eeuw geïntroduceerd door de Franse schilder en wetenschapper Étienne Léopold Trouvelot. Hij dacht dat deze vlinder een goede vervanger zou kunnen zijn van de kieskeurige zijderups, zodat op een goedkopere manier zijde geproduceerd kon worden. Of dat het geval was, vertelt het verhaal niet, maar een paar plakkers wisten te ontsnappen in 1868 en zagen kans zich ook in het Noord-Amerikaanse klimaat te vermenigvuldigen. Trouvelot waarschuwde de overheden nog om maatregelen te treffen, maar vond geen gehoor. Het ging de plakker voor de wind en de populatie groeide flink. In de staat Massachusetts behoorde hij al gauw tot de top van de plaaginsecten en werd met man en macht bestreden (en vermoedelijk ook de nodige hoeveelheden gifstoffen). Maar tevergeefs. De plakker had zich definitief gevestigd en heeft zich vandaag de dag over een groot deel van het noordwesten van de VS en Canada uitgebreid. Maar ook het centrale en westelijke deel van de VS ontkomt er niet aan. Ontbladerde eiken, maar ook beuken, populieren en esdoorns achter zich latend.
Natuurlijke vijanden
In de federale wetgeving van de VS is zelfs opgenomen dat je bij verhuizing vanuit een gebied waar de plakker heeft toegeslagen naar een gebied waar nog geen plakkerplaag heerst, verplicht bent om al je tuinmeubelen, -gereedschap, – machines et cetera te controleren op eitjes, rupsen, poppen en imago’s. Maar waarom vormt de plakker in de VS wel zo’n enorm probleem en valt het hier best mee? Het antwoord is vrij logisch. Het beestje vormt daar geen onderdeel van het inheemse ecosysteem. Daardoor heeft het geen natuurlijke vijanden, zoals bijvoorbeeld sluipwespen die parasiteren op de rupsen. Maar ook factoren als het klimaat spelen een rol in de vermeerdering van soorten. Warmer weer zal er wellicht voor zorgen dat – te vroeg – uitgekropen rupsjes wel overleven in de winter, waardoor de populatie alleen maar groter wordt.
Bewust geïntroduceerd
Invasieve exoten zijn dus van alle tijden en komen overal ter wereld voor. Zo zijn wij in Europa onder meer ook aan de Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridi), grijze eekhoorn (Sciurus carolinensis), muskusrat (Ondatra zibethicus), Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina, reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera) en de Japanse duizendknoop (Reynoutria japonica) gekomen. Allen uitheemse soorten die hier bewust door de mens geïntroduceerd zijn. (Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de buxusmot (Cydalima perspectalis) die meegelift is op uit China geïmporteerde buxussen (Buxaceae). De buxusmot zelf is niet bewust hier geïntroduceerd.) Ook voor deze uitheemse dieren en planten ontbreekt het hier aan natuurlijke vijanden, zodat ze zich ongehinderd hebben kunnen vermeerderen. En kom er nu nog maar een keer vanaf.
Aanvulling mei 2022
In juli 2021 heeft de Entomological Society of America (ESA) de naam Gypsy Moth voor de plakker in de ban gedaan, omdat deze beledigend is voor de Romani. “We willen dat alle door de ESA goedgekeurde volksnamen voldoen aan onze maatstaven van diversiteit, gelijkheid en inclusiviteit”, legt de organisatie het besluit uit. “Verreweg de meeste namen voldoen daaraan, maar als namen kwetsend zijn voor gemarginaliseerde gemeenschappen dan dragen ze niet bij aan de communicatie tussen wetenschappers en het publiek.” In januari 2022 heeft men voorgesteld om de vlinder in de VS de naam ‘spongy moth’ te geven, refererend naar het sponsachtige omhulsel van de eitjes. In maart 2022 is deze naam geformaliseerd. In andere Engelstalige landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, wordt overigens nog steeds de naam ‘gypsy moth’ gebruikt. Op mijn website hanteer ik ook vooralsnog deze naam.
Bronnen:
zo grappig, vorig jaar een vrouwtje plakker in de tuin gehad die op 2 plekken eitjes afzette omdat ik haar had verplaatst van de parasolvoet naar een stam. op de laatste plek kwamen ze uit maar de rupsjes verdwenen. nu maanden later had ik ineens 7 plakkers, man, in mijn schuur. prachtig maar de corona of een vrouwtje zijn niet te vinden
Leuk Judith. Al is niet iedereen er even blij mee. Die rupsen hebben zich lekker volgevreten en zijn gaan verpoppen. Dat doen ze onder meer tussen de bladeren of in de strooisellaag.
In de bast van mijn wilg heeft de plakker een mooie kraamkamer gevonden. Ik heb tientallen mannetjes in huis.
De wilg heeft er zwaar onder te lijden, enorme stukken schors zijn al naar beneden gekomen.
Wat kan ik doen?
Vervelend Thea. Ik heb al vaker gehoord van mannetjes plakker die in huis komen. Aangezien de mannetjes voornamelijk op zoek zijn naar een vrouwtje en op de geur (feromonen) af gaan, vermoed ik dat er in huis iets is wat eenzelfde geur heeft. Maar wat? Je kunt daar weinig tegen doen, denk ik. De wilg is onder andere ook een waardplant van de plakker, maar de rupsen eten de blaadjes van de wilg en niet de schors.
Ik vond enkele weken een mooie rups op straat ,met rode en blauwe stippen ,ik dacht dat word een mooie vlinder ,thuis gekomen plaatste ik in een grote glazen bokaal enkele verse ruwe takken ,legde er een stronkje venkel en een stukje appel in ,dit had ik opgezocht. Het rupsje had het naar zijn zin en at van het appeltje , enkele dagen later had het zich verpopt en hing met een zijde draadje aan een tak , ik was verrukt de natuur op deze wijze te kunnen volgen .Het is nu uit gekomen en zit mooi te wezen op een takje ,ik heb het ” witje ” als naam gegeven ,zal ik het laten vliegen ?
Wat leuk dat je de ontwikkeling van rups tot vlinder zo van nabij hebt kunnen volgen. Het is echt een wonderlijk proces.
Ik zou de vlinder vrijlaten in de natuur, daar hoort zij immers thuis. Wie weet gaat ze eitjes afzetten in de buurt.
Afgezette eitjes van vorig jaar, zijn uitgekomen, een 30-tal zijn verpopt, en nu beginnen de ontpoppingen, alleen maar vrouwtjes tot dusver (16). Nog geen mannetje gezien.
Leuk Martin! Maar wel bijzonder dat het tot nu toe alleen maar vrouwtjes zijn.
Hallo Theo,
voor het eerst plakkermotten in huis gehad, eerst 1 of 2,maar gisteren had ik er 10 in de keuken!Ik doe ze niet meer naar buiten want ze komen toch weer naar binnen.wat in mijn huis is zo aantrekkelijk dat ze naar binnen komen en zijn ze schadelijk in huis?
Hoi Marleen,
Dat zijn er wel veel. Nachtvlinders willen wel eens in huis komen als het buiten te koud is. Maar daar is nu niet echt sprake van. Of ze moeten willen schuilen tegen de regen. Verder hebben ze niet echt een reden om in huis of zo te gaan zitten. Zit er misschien ook een vrouwtje plakker binnen? Die zijn wit van kleur, de mannetjes zijn donker. Dat zou namelijk al een boel verklaren, ook omdat het er zoveel zijn. Want die mannetjes komen dan op de feromonen van het vrouwtje af.
Ze zijn overigens niet schadelijk. De rupsen kunnen wel flinke vraatschade veroorzaken aan de bladeren van bomen, onder andere van eiken. Maar in huis kunnen ze geen schade aanrichten.
Hallo Theo,
Ik had een vraag, zijn de rupsen van deze vlinder erg groot?
Ik heb vandaag namelijk op een van de eikenbomen aan de overkant van onze straat een rups gezien tegen de stam. Ik heb er ook een foto van gemaakt omdat ik deze rups nog nooit heb gezien en vond hem echt erg groot. Via google kon ik via de foto zoeken en kwam ik er op uit dat het om de rups van deze vlinder zou gaan. Maar in de andere reacties die hier staan hebben ze het allemaal over rupsjes, wat bij mij overkomt als zijnde kleine rupsen, terwijl deze echt niet klein is( denk zeker een cm of 7 lang en zo dik als mijn pink). Dus vandaar mijn twijfel en vraag.
Het is een prachtige rups, dat wel en heb hem ook lekker met rust gelaten, wat mij niet lastig valt, val ik ook niet lastig.
Wat een leuke blog is dit trouwens, heel informatief.
met vriendelijke groet, Debbie
Hoi Debbie,
Dank voor je compliment 😊
De rupsen van de plakker kunnen tot ongeveer vijf centimeter lang worden. Zeven centimeter en zo dik als je pink is nogal groot voor een plakkerrups. Wellicht dat het een andere soort is. De rups van de plakker is heel herkenbaar met die rode en blauwe bolletjes op zijn rug.
De harige rups van de plakker vreet mijn coniferen haag nagenoeg kaal. Vooral de groene verse spruiten van de coniferen zijn in trek bij deze rups. Ze zijn zo massaal
in de haag aanwezig dat voorbijgangers niet meer langs de haag durven te lopen. Het vervelende van deze rups is dat de rups hangend aan een spinsel met de wind meevliegt, op je terras, overal hangt een draadje met een rups. De was buiten hangen is dan niet meer mogelijk. Ook gezellig op het terras met barbecue kun je vergeten.
Het zich verplaatsen, aan een spinsel, is mijn inziens een manier van de rups, om een geschikte plek te vinden om zich te verpoppen. Het is geen normale, evenwichtige natuurverschijnsel. Het is doodgewoon een plaag. Ik zie geen vogels die de rupsen meehelpen op ruimen. De haag scheren kun je vergeten want als je in aanraking komt met deze rups zorgen de haartjes voor irritatie/jeuk. De flora en fauna heeft zeker mijn interesse en vooral hierin iets nieuws te ontdekken is steeds weer een nieuw avontuur. Door de zeer zachte winters profiteert de plakker en zorgt dan in de zomer voor veel overlast. In Noord-Amerika is de overlast zo groot dat er miljoenen aan bestrijding nodig is om de bossen nog enigszins groen te laten ogen. Want elk blaadje produceert zuurstof en neem stikstof op! De groeten van John Korvorst.
Wat vervelend dat je zoveel overlast ondervindt van de rupsen van de plakker, John. In Noord-Amerika is het inderdaad een probleem, zoals ik in mijn blogje al schreef. Maar daar zijn de mensen zelf debet aan, ze hebben de vlinder immers zelf geïntroduceerd. Het evenwicht in de natuur hebben wij als mens in de loop der tijden al flink verstoord en dat laat zich niet in enkele decennia corrigeren. Daar gaat veel meer tijd in zitten en we zullen daar zelf ook drastische maatregelen voor moeten treffen. De vraag is of we daartoe bereid zijn. In ieder geval succes met je coniferenhaag en hopelijk neemt de overlast in de komende jaren af.
Heb er dagenlang een in mijn huis gehad, dat vond ik wel wat, want ik ben dol op vlinders. Ik zag direct dat het een nachtvlinder was.
Heb een heel groot balkon met veel bloemen en planten en elke dag komen er hommels, soms vlinders.
Ik woon in een hele drukke wijk in Rotterdam, wel aan de rand en dit exemplaar had zich verschanst in de badkamer. Niet zo moeilijk dat hij binnenkwam, want de ramen staan hier bijna altijd open. ’s Nachts een klein bakje water neergezet (?) en de binnendeuren open, zodat hij de ruimte had. Na een tijdje maakte ik me zorgen, hij hing daar maar aan de muur of aan de plafondrand, er zat weinig beweging in en voer? Gegoogeld en toen snapte ik het.
Mijn huis ruikt naar planten, vooral lavendel, salie enz., de aantrekkingskracht snapte ik, maar na een paar dagen en wat wind buiten, heb ik alles opengezet, zodat hij een vrije aftocht had. Dat is gelukt. Hij snapte de route prima en vloog in één keer weg. Ik vond het wel mooi om mee te maken, want ik hecht belang aan vlinders.
Wat een leuke ervaring Anna!
Hallo, ieder jaar krioelt het in mijn coniferenhaag van de plakkerrups. De coniferenhaag staat over een lengte van 25 meter onder 2 enorme grote esdoorns die het hele jaar voor allerlei overlast zorgt. Goed, bladeren ruim ik op en de duizenden zaden die in het voorjaar ontkiemen trek ik zoveel mogelijk uit. Geen probleem! Maar nu de laatste 3 jaar in het voorjaar minuscule rupsjes naar beneden vallen en ook in de haag terecht komen is minder prettig. Het zijn er zoveel die aan de haag vreten dat je elke dag kunt vegen om het gruis onder de haag te verwijderen. Nu ik en de omwonenden last kregen van huidirritatie en dat in verband werd gebracht met de duizenden rupsen heb ik de haag laten spuiten. Sorry, maar ik had geen andere keus.
Dank voor je reactie John. Jammer dat je zoveel hinder ondervindt van deze mooie nachtvlinders en tot zo’n drastische maatregel moest overgaan. Het is mij niet bekend dat de rupsen van de plakker huidirritatie kunnen veroorzaken. Probeer toch ook te genieten van die twee mooie grote bomen. Zij zorgen voor schaduw en veel biodiversiteit. Bomen in onze omgeving zijn erg belangrijk.
hallo Theo, ik heb al enkele jaren rond eind juli – begin augustus een ‘plaag’ van plakkers in mijn tuin. Ik noem het een plaag omdat zich elk jaar hetzelfde voordoet. Het is namelijk zo dat deze vlinders telkens rond en om mijn terras cirkelen maar er voortdurend in slagen om via de kleinste spleten mijn huis binnen te vliegen. Er zitten dan telkens verschillende exemplaren binnen op de ramen en de muren, en dat vind ik eerlijk gezegd niet zo aangenaam. Ik vraag me af wat het toch is dat hen zo aantrekt om binnen te komen. Ik heb ook al gedacht dat het feromonen zijn van het vrouwtje, maar ik heb nog nooit een vrouwtje gezien. Het zijn enkel de mannelijke exemplaren.
Dank voor je reactie Tonia. Dit is wel een heel specifieke vraag. Ik zou niet durven zeggen waarom die mannetjes van de plakker bij je binnen komen. Het zou kunnen zijn dat je fruit binnen hebt dat een bepaalde geur verspreidt die op de feromonen lijkt. Van rijpere bananen is bekend dat die vlinders aantrekken. Maar dit is slechts giswerk. Overigens kunnen ze verder geen kwaad hoor, laten – voor zover ik weet – ook niks achter.
Hallo Theo,
Ik heb heel veel van deze rupsen in de tuin, moet ik ze bestrijden??
Of kunnen ze geen gevaar??
Net van de buxusmot af ( na het rooien van de buxussen en nu deze rups. Wat raad jij mij aan
Hoi Irene,
Net zoals andere rupsen zullen die van de plakker zich ook te goed doen aan blaadjes van planten en bomen. Een gevaar vormen ze zeker niet, ze kunnen hooguit overlast veroorzaken als ze van een plant of boom teveel blaadjes opeten en de plant of boom het niet redt. Bij bomen ben ik daar overigens niet zo bang voor, een plant of jonge struik zou er wel dood aan kunnen gaan. Maar ik zou sowieso de rupsen niet bestrijden, zo is de natuur. Bovendien hebben de rupsen van onder meer de plakker hier in Nederland natuurlijke vijanden, iets wat ze in Noord-Amerika niet hebben. Daardoor kunnen ze vrijwel niet tot een plaag leiden.
Wat weer veel info en mooi om te lezen.
Erg leuk
Dank je Carla 🙂
Theo,een heel mooie blog,zo komen we nog eens iets te weten,dank je wel.
Graag gedaan Jo.
Leuk om te lezen Theo! Ik heb iets geleerd! Dus het vrouwtje van de plakker leeft maar zeer kort begrijp ik… Ze komt uit de pop en vrijwel meteen gaat ze paren. Na het leggen van de eitjes is het leven alweer klaar….
Hartelijke gegroet,
Wike de Klerk
Dank je Wike. Inderdaad, het vrouwtje leeft maar enkele dagen met als enige doel eitjes leggen. Maar zo vergaat het meer vlinders hoor. Sommigen leven zelfs 4 tot 5 jaar als rups om vervolgens na verpopping slechts enkele dagen rond te vliegen. Bijvoorbeeld de wilgenhoutrups.
Interessant om te lezen…zo zie je maar weer wat zoiets kleins teweeg kan brengen.
Groetjes uit Weesp.
Dank je An.
Heel leuk en leerzaam.
Dank je Marina.
Wat interessant Theo. Ik wist helemaal niet dat de plakker in de VS voor zoveel problemen zorgt!
Wat zijn ze dan in Australië en Nieuw Zeeland verstandig (nadat ze vanuit Engeland onverstandig genoeg wat voor deze landen foute dieren meegenomen hebben).
Overigens zag ik dit jaar nog geen plakker, terwijl ik er elk jaar wel eentje op het raam heb.
En het viel me bovendien op dat alle lieveheersbeestjes in de tuin – en dat waren er veel – inheems waren; ik heb dit jaar geen Aziaat gezien. Heel bijzonder hoe invasieve soorten soms dan toch als vanzelf gereguleerd worden.
Mijn gedachten na jouw informatieve stuk!
Hartelijke groeten uit het zuie 😉
Dank je Marjolein. Ik ben er ook net achter gekomen tijdens mijn onderzoek voor dit blogje. Dat is het leuke van de blogjes schrijven, ik leer er zelf ook iedere keer weer heel veel van 🙂
Groetn oet Grunn!